Een polymeer is een uniek molecuul dat bestaat uit veel identieke eenheden. Elke afzonderlijke eenheid wordt een monomeer genoemd ("mono" betekent één en "mer" betekent eenheid). Het voorvoegsel "poly" betekent "veel" - een polymeer is veel eenheden. Vaak worden echter verschillende polymeren gemengd om unieke of gewenste chemische of fysische eigenschappen te verlenen. Elk type polymeer heeft een bepaalde dichtheid (massa per volume-eenheid). De dichtheid van een polymeermengsel is de som van de massafractionele dichtheid van elk type polymeer.
Bepaal de chemische samenstelling van een polymeermengsel. Polypropyleen kan bijvoorbeeld worden gemengd met polyethyleen. Als het mengsel 70% polypropyleen en 30% polyethyleen bevat, zijn de massafracties 0,70 voor polypropyleen en 0,30 voor polyethyleen
Bepaal de dichtheid van elk polymeertype met behulp van het soortelijk gewicht en vergelijk dat met water (soortelijk gewicht = 1,0). Het "Polymer Technology Dictionary" bevat het soortelijk gewicht van de meest voorkomende polymeren. Polypropyleen heeft een soortelijk gewicht van 0,89 en polyetheen heeft een soortelijk gewicht van 0,92. Omdat de dichtheid van water 62,37 pond per kubieke voet is, wordt het soortelijk gewicht van andere materialen vermenigvuldigd met deze dichtheid om een dichtheid ten opzichte van water te bepalen. Voor polypropyleen komt dit overeen met 0,89 x 62,37 of 55,51 pond per kubieke voet. Voor polyethyleen komt het uit op 0,92 x 62,37 of 57,38 pond per kubieke voet.
Bepaal de dichtheid voor het polymeermengsel door de massafractie-dichtheden bij elkaar op te tellen. Dit wordt gedaan met de formule 0,70 x 55,51 (polypropyleen) + 0,30 x 57,38 (polyethyleen) voor een antwoord van 56,07 pond per kubieke voet voor het mengsel.