Basiscomponenten van wiskunde

Posted on
Schrijver: Randy Alexander
Datum Van Creatie: 4 April 2021
Updatedatum: 17 November 2024
Anonim
3HV 3.6 ElektrischeSystemen
Video: 3HV 3.6 ElektrischeSystemen

Inhoud

Wiskunde is een cumulatief vak dat aan kinderen wordt geleerd vanaf het moment dat ze heel jong zijn. Omdat wiskunde cumulatief is, bouwt elk onderdeel voort op anderen. Studenten moeten elk onderdeel beheersen voordat ze het volgende volledig kunnen beheersen. De belangrijkste componenten of elementen van wiskunde zijn: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.

toevoeging

Toevoeging is het eerste onderdeel dat op zeer jonge leeftijd aan kinderen wordt onderwezen. Ouders leren hun kinderen hoe ze speelgoed, koekjes, tenen en vele andere dingen kunnen tellen. Weten hoe te tellen is een vereiste om te kunnen leren. Optellen is eenvoudigweg twee getallen bij elkaar optellen. Kinderen beginnen met zeer eenvoudige problemen zoals 1 + 1 = 2 en gaan dan geleidelijk over naar grotere getallen die het principe van het 'dragen' van nummers bevatten. Dit principe wordt geïllustreerd in een probleem zoals 109 + 215 = 324. Het antwoord op een optelprobleem wordt de som genoemd. Een goed begrip van optellen is nodig om door te gaan naar de volgende component in wiskunde.

aftrekking

Aftrekken is het tweede onderdeel dat in wiskunde wordt onderwezen nadat toevoeging is geleerd en begrepen. Aftrekken wordt vaak beschouwd als het tegenovergestelde van optellen. Met aftrekken wordt het verschil van twee getallen gevonden. Aftrekken wordt eerst onderwezen met eenvoudige problemen zoals 4 - 1 = 3. Het antwoord op een aftrekprobleem wordt het verschil genoemd. Het wordt geleidelijk moeilijker naar problemen met veel grotere aantallen.

Vermenigvuldiging

Het derde onderdeel van wiskunde is vermenigvuldiging. Twee getallen worden vermenigvuldigd en het product is gevonden. Kinderen die vermenigvuldiging leren, noemen dit vaak 'keer'. De vermenigvuldigingscomponent van wiskunde heeft een nummer 'keer' een ander nummer. Leraren reciteren vaak vermenigvuldigingsgrafieken hardop met studenten in de klas om studenten te helpen deze wiskundige feiten te onthouden. Studenten beginnen met het leren van de "1" -tabel en blijven zich over het algemeen door 12 heen bewegen.

Divisie

Divisie is de laatste hoofdcomponent wiskunde is opgebouwd rond. De andere drie componenten moeten volledig worden beheerst voorafgaand aan het leren delen. Divisie wordt vaak gezien als het tegenovergestelde van vermenigvuldiging. Wanneer studenten vermenigvuldigingsfeiten goed kennen, wordt deling meestal gemakkelijker geleerd. Divisie neemt het ene getal en deelt het door een ander. Het gevonden antwoord wordt het quotiënt genoemd. Studenten beginnen te leren met kleine getallen in problemen zoals 4/2 = 2. Verdeling gaat dan naar grote getallen waarvoor resten in het spel komen.