Bacteriën Levenscyclus

Posted on
Schrijver: Randy Alexander
Datum Van Creatie: 2 April 2021
Updatedatum: 2 Juli- 2024
Anonim
Bacteriën Levenscyclus - Wetenschap
Bacteriën Levenscyclus - Wetenschap

Inhoud

De levenscyclus van bacteriën bestaat uit de lag-fase, de log- of exponentiële fase, de stationaire fase en de doodsfase. Factoren die de bacteriegroei beïnvloeden, hebben een grote invloed op deze cyclus.

Lag fase

Bacteriën groeien niet tijdens de lag-fase. Ze passen zich echter aan hun omgeving aan en metaboliseren, dat wil zeggen, produceren vitamines en aminozuren die nodig zijn voor deling. Ze beginnen kopieën van hun DNA te maken en als de omgeving voldoende voedingsstoffen levert, kan de lag-fase erg kort zijn. Dan gaan de bacteriën door naar de volgende fase van hun leven.

Logboek of exponentiële fase

Tijdens de log of exponentiële fase vermenigvuldigen bacteriën zich snel, zelfs exponentieel. De tijd die een cultuur nodig heeft om te verdubbelen, wordt "generatietijd" genoemd en onder de beste omstandigheden kunnen de snelste bacteriën in ongeveer 15 minuten verdubbelen. Andere bacteriën duren dagen.

Binnen een bacterie drijft de DNA-kopie naar de andere kant van het membraan. De bacterie trekt zich vervolgens uit elkaar en creëert twee identieke 'dochtercellen', die zich opnieuw beginnen te delen. Dit proces wordt binaire splijting genoemd.

Stationaire fase

Tijdens de stationaire fase neemt de groei van bacteriën af. Door het verzamelen van afval en een gebrek aan ruimte, kunnen bacteriën de clip van het logboek of de exponentiële fase niet behouden. Als de bacteriën zich naar een andere cultuur verplaatsen, kan de snelle groei echter hervatten.

Doodsfase

Tijdens de doodsfase verliezen bacteriën alle vermogen om zich voort te planten, wat hun doodsklok wordt. Net als de log of exponentiële fase, kan bacteriedood even snel plaatsvinden als hun groei.

Factoren die de groei beïnvloeden

Temperatuur, zuurgraad, energiebronnen en de aanwezigheid van zuurstof, stikstof, mineralen en water hebben allemaal invloed op de bacteriegroei en dus op de levenscyclus van bacteriën. Optimale groeiomstandigheden zijn afhankelijk van de bacteriën. Psychrofielen gedijen bijvoorbeeld in arctische omstandigheden, terwijl hyperthermofielen het beste groeien in warme omgevingen, zoals oceaanopeningen. Allalifielen vereisen zeer zure omgevingen, terwijl neutrofielen de voorkeur geven aan plaatsen die noch zuur noch basisch zijn. Natuurlijk zijn dit slechts twee van de vele mogelijke voorbeelden.