In de geometrie is een trapezium een vierhoek (vierzijdige figuur) waarin slechts één paar tegenover elkaar liggende zijden evenwijdig zijn. Trapezoïden worden ook wel trapeziums genoemd. De parallelle zijden van een trapezium worden de bases genoemd. De niet-evenwijdige zijden worden poten genoemd. Een trapezium, zoals een cirkel, heeft 360 graden. Omdat een trapezium vier zijden heeft, heeft het vier hoeken. Trapezoïden worden genoemd door hun vier hoeken of hoekpunten, zoals 'ABCD'.
Bepaal of de trapezium een gelijkbenige trapezium is. Gelijkbenige trapezoïden hebben een lijn van symmetrie die elke helft verdeelt. De benen van een trapezium zijn even lang, net als de diagonalen. In een gelijkbenige trapezium hebben hoeken die een basis delen dezelfde maat. Aanvullende hoeken, die hoeken zijn die grenzen aan tegenovergestelde bases, hebben een som van 180 graden. Deze regels kunnen worden gebruikt om een hoek te berekenen.
Maak een lijst van de gegeven metingen. U kunt de meting van een hoek of een basis krijgen. Of u kunt de meting krijgen van een middensegment, dat evenwijdig is aan beide bases en een lengte heeft die gelijk is aan het gemiddelde van de twee bases. Gebruik de gegeven metingen om te bepalen welke metingen, zo niet de hoek, kunnen worden berekend. Deze berekende metingen kunnen vervolgens worden gebruikt om de hoek te berekenen.
Roep relevante stellingen en formules op voor het oplossen van metingen van bases, benen en diagonalen. Stelling 53 stelt bijvoorbeeld dat basishoeken van een gelijkbenige trapezoïde gelijk zijn. Stelling 54 stelt dat diagonalen van een gelijkbenige trapezium gelijk zijn. Het oppervlak van een trapezium (al dan niet gelijkbenig) is de helft van de lengte van de evenwijdige zijden vermenigvuldigd met de hoogte, wat de loodrechte afstand tussen de zijden is. Het oppervlak van een trapezium is ook gelijk aan het product van het middensegment en de hoogte.
Teken indien nodig een rechthoekige driehoek, binnen de trapezium. De hoogte van een trapezoïde vormt een rechthoekige driehoek die een hoek van de trapezoïde impliceert. Gebruik metingen, zoals het gebied van de trapezium, om de hoogte, poot of basis te berekenen die wordt gedeeld door de driehoek. Los vervolgens de hoek op met behulp van de regels voor hoekmeting die van toepassing zijn op driehoeken.