De anatomie van de Hydra

Posted on
Schrijver: John Stephens
Datum Van Creatie: 23 Januari 2021
Updatedatum: 21 November 2024
Anonim
Bouw van de Neus
Video: Bouw van de Neus

Inhoud

Ze hydra ontleent zijn naam aan het mythische monster van de oude Griekse mythe. De kleine cnidarian kreeg deze naam vanwege zijn vermogen om te regenereren van verwonding en nieuwe individuen uit zijn lichaam te weren. De hydra heeft een relatief eenvoudige anatomie en kan worden bestudeerd in inleidende biologiecursussen. Het phylum Cnidaria bevat naast hydras ook kwallen, koralen en anemonen.

Tentacles

De hydra lijkt op een slanke zeeanemoon. Aan de bovenkant van het organisme zijn een aantal tentakels gerangschikt in een cirkel rond de mond van de hydras. Deze tentakels worden bestuurd door een eenvoudig neuraal net. Kleine stekende cellen, nematocysten genoemd, bedekken de tentakels. Hoewel onschadelijk voor de mens, kunnen deze cellen de kleine organismen uitschakelen die de hydra eet.

Blinde darm

Hydras hebben een zeer eenvoudig spijsverteringskanaal, vergelijkbaar met de meeste andere cnidarians. In tegenstelling tot zoogdieren hebben ze een tweeweg spijsverteringskanaal, waar voedsel binnenkomt en afval via dezelfde opening naar buiten komt. Deze opstelling wordt een "blinde darm" genoemd. Dit spijsverteringskanaal neemt ruimte in het midden van het lichaam van de hydra in.

Lichaam

Het lichaam van de hydra bestaat uit verschillende lagen weefsel. De opperhuid vormt de buitenste laag weefsels. In sommige hydras scheidt de opperhuid een stof genaamd de perimderm, die de opperhuid beschermt. De binnenste laag van de hydra is de gastrodermis, die de bekleding van het spijsverteringskanaal vormt. Ingeklemd tussen de opperhuid en gastrodermis is een laag kleverig bindweefsel dat het mesoglea wordt genoemd.

Buds

Veel hydra's hebben vaak kleinere hydra's die uit hun lichaam groeien. Dit is de belangrijkste manier die hydras reproduceren. Sommige hydras reproduceren ook door gameten in het water vrij te geven. De bevruchte zygoot vindt onmiddellijk een oppervlak en ontwikkelt zich tot een kleine hydra-poliep. De hydra verschilt van veel Cndarians in zoverre dat het geen medusa of kwallenachtig vrij-zwemmend stadium heeft voor zijn levenscyclus.