Inhoud
De baobabboom is de iconische boom van de Afrikaanse Sahara. Het is gemakkelijk te herkennen aan zijn enorme stam en, ter vergelijking, magere stengels en twijgen. Het is een bron van vele legendes onder de stammen van het gebied, en is ook een rijke bron van traditionele geneeskunde. In een land waar de regenval beperkt is en het zelden voorkomt om zelfs kleine struiken te vinden, gedijt de gigantische baobabboom. Het is in staat om dit te doen vanwege een aantal unieke aanpassingen die het in de loop van zijn evolutie heeft geperfectioneerd.
Glad en glanzend
Naast zijn hoogte en omtrek onderscheidt de baobab zich ook door zijn glanzende en gladde buitenste schors. Door deze unieke aanpassing reflecteert de baobabboom licht en warmte, waardoor hij koel blijft in de intense savannezon. De gladde huid is ook nuttig om te voorkomen dat apen, olifanten en andere kleine herbivoren erop klimmen en zijn tere bladeren en bloemen opeten. Er wordt ook aangenomen dat de reflecterende aard van de schors kan helpen bij het beschermen van de boom tegen de gevolgen van bosbranden.
Sponsachtige natuur
Met sponsachtige schors kan de baobabboom ook water besparen. De schors van de baobab is poreuzer dan gewoon hout, waardoor het vocht kan absorberen als een spons. Hierdoor kan de boom zoveel mogelijk water absorberen in tijden van regen en opslaan voor gebruik in tijden van schaarste of droogte.
Stinkende bloemen
De baobabboom bloeit mooie witte bloemen. Kom echter te dichtbij en je staat voor een verrassing - de bloemen van de baobab ruiken een stinkende geur, een geur die lijkt op rottend vlees. Deze unieke aanpassing helpt de baobab effectief te reproduceren door de belangrijkste bestuiver, de fruitknuppel, aan te trekken. Vliegen, mieren en motten vinden de aasachtige geur van de baobab ook aantrekkelijk. Al deze wezens helpen om het stuifmeel van de baobab van boom tot boom te verspreiden, waardoor het zich snel door de Afrikaanse savanne kan verspreiden.
Regenwatercollectie
De baobabboom heeft zijn stengels aangepast om elk beetje water te vangen dat hij kan, van ochtenddauw tot regenbuien in de zomer. De stengels vormen "u" -achtige trechters, waardoor water kanaliseren in het houden van kanalen, zodat de plant de tijd heeft om alles in de loop van een dag in te weken. Insecten, vogels en mensen vinden deze aanpassing ook nuttig, vooral wanneer water schaars is.