Inhoud
Vierkante centimeter (cm2) is een oppervlakte-eenheid, niet anders dan vierkante inch. Het vinden van het gebied van een vorm of object in vierkante centimeter is een project in twee stappen. Eerst meet u delen van een vorm en gebruikt u vervolgens de juiste vergelijking om het gebied van de vorm in vierkante centimeters te berekenen. De manier waarop u objecten meet en berekent, is afhankelijk van de vorm van het object. Aangezien een centimeter een metrische meeteenheid is, moet u leren om metrische linialen of meetlinten te gebruiken om vierkante centimeters te meten.
Kies een meetapparaat dat centimeters meet. Gebruik een liniaal van 30 cm als u het gebied van een kleine vorm of een voorwerp meet. Als u een groot object of een kamer meet, gebruikt u een metrische meetlint of meterstaaf.
Gebruik de metrische liniaal door deze langs de breedte, lengte, hoogte of diameter van de vorm te plaatsen. Plaats de "0" aan de ene kant van de vorm en noteer het nummer aan de andere kant van de vorm. Als het nummer "20" is, is het deel van de vorm dat u hebt gemeten 20 cm.
Gebruik een gradenboog om delen van vormen te meten, zoals driehoeken. Om de hoogte van een driehoek te meten, lijnt u de onderkant van de gradenboog uit met de basis van de driehoek. Plaats de 90 graden markering van de gradenboog in de hoek van de driehoek loodrecht op de basis en markeer waar de werveling van de gradenboog op de basis zit. Meet de hoogte door een liniaal te plaatsen tussen de vortexmarkering en de hoek van de driehoek loodrecht op de basis.
Let op zowel millimeters als centimeters voor nauwkeurigere metingen. Als het deel van de vorm dat u meet bijvoorbeeld iets langer is dan 20 cm, tel dan het aantal kleine millimetermarkeringen tussen de 20 en 21 cm markeringen op de liniaal. Als u vier tekens telt, is de exacte meting 20 cm en 4 mm, of 20,4 cm.
Vind het gebied van een rechthoek in vierkante centimeter door de lengte en breedte van de rechthoek in centimeter te meten. Vermenigvuldig de lengte van de rechthoek met zijn breedte. Als de rechthoek een lengte van 10 cm en een breedte van 5 cm heeft, is de vergelijking: 10 cm x 5 cm = 50 cm2.
Vind het gebied van een driehoek in vierkante centimeters door de basis en hoogte van de driehoek te meten. Vermenigvuldig de basis met de hoogte van de driehoek en deel door twee. Als de basis 6 cm is en de hoogte 3 cm, is de vergelijking: (6 cm x 3 cm) / 2 = 9 cm2.