Inhoud
In het begin van de 20e eeuw verwierp de wetenschap het idee dat de continenten van positie konden veranderen. Tegen het einde van de eeuw had de geologie het concept geaccepteerd. Platentektoniek is de theorie dat de buitenste aardkorst een systeem is van platen die constant bewegen. De continenten bewegen met hen mee. De magnetische polen van de aarde speelden een rol bij het bewijzen van de theorie.
Magneten en rotsen
De aarde heeft een magnetisch veld dat zich tussen de noord- en zuidpool uitstrekt. De planeten draaien om zijn as en de beweging van vloeibaar ijzer in de aarde draagt bij aan het creëren van het magnetische veld. Wanneer ijzerrijke mineralen zoals magnetiet heet genoeg worden, verliest het zijn magnetische eigenschappen, maar herstelt het als ze afkoelen. Tijdens het afkoelen worden de mineralen licht gemagnetiseerd, in lijn met de richting van het aardmagnetisch veld.
Verschuivingen en wijzigingen
Tijdens de jaren 1950 ontdekten geologen dat verschillende lagen rots verschillende magnetische oriëntaties vertoonden, die niet overeenkwamen met het huidige magnetische veld. Een theorie was dat de magnetische polen in de loop van de tijd bewogen. Polar-bewegingskaarten op basis van Amerikaanse rotsen kwamen echter niet overeen met kaarten op basis van Europese en Aziatische geologie. Onderzoekers realiseerden zich dat ze de kaarten konden verzoenen als het de rotsen en de continenten onder hen waren die bewogen. Dat droeg bij aan het groeiende bewijs voor plaattektoniek.
Polar flippen
De Noord- en Zuidpool veranderen in de loop van de tijd van positie: de Noordpool is bijvoorbeeld geleidelijk noordwaarts verschoven. Een grotere verschuiving is dat om de 200.000 tot 300.000 jaar de polen hun polariteit omdraaien, waarbij de magnetische noordpool de geografische zuidpool aanpast. Geologen hebben hiervoor bewijs gevonden in lagen van sediment op de oceaanbodem. Het bestuderen van het sediment laat zien dat de magnetische oriëntatie soms verandert tussen verschillende lagen.
Flips en tektoniek
"Science News" rapporteerde in 2011 over een theorie dat platentektoniek de snelheid van polaire flipping beïnvloedt. Beweging van gesmolten ijzer in de aarde lijkt de belangrijkste drijfveer in de flips te zijn, maar de snelheid wordt beïnvloed door hoe symmetrisch de bewegingen zijn ten opzichte van de evenaar. Geofysische studies hebben aangetoond dat hoe sneller de continenten asymmetrisch waren in vergelijking met de evenaar, hoe sneller de flips plaatsvonden. Er zijn meerdere mogelijke verklaringen hoe dit werkt.