Inhoud
Dieren vallen in drie verschillende groepen op basis van wat ze eten. Dit is een natuurlijke manier om dieren vaak te groeperen. Planteneters zijn herbivoren, vleeseters zijn carnivoren en dieren die zowel planten als dieren eten zijn alleseters. Wat een dier als brandstof gebruikt, kan biologen vaak aanwijzen tot andere informatie over het en hoe elk ervan in zijn eigen ecosysteem.
herbivoren
Elk dier dat alleen planten eet, zal worden geclassificeerd als een herbivoor. Alleen omdat ze geen vlees eten, betekent niet dat alle herbivoren klein zijn. Cavia's, konijnen, slakken en vlinders zijn allemaal goede voorbeelden van kleine herbivoren, maar paarden, koeien, zebra's, herten en olifanten zijn ook herbivoren. In de prehistorie aten veel dinosaurussen alleen planten en bereikten ze gigantische proporties. Veel verschillende soorten dieren kunnen herbivoren zijn, waaronder zoogdieren, insecten, wormen, ongewervelde dieren en zelfs sommige vogels.
Vleeseters
Elk dier dat zich uitsluitend op vlees houdt, wordt geclassificeerd als een carnivoor. Carnivoren hebben vaak scherpere tanden of zelfs hoektanden om het vlees te verscheuren. Meestal zullen carnivoren in hun ecosysteem azen op herbivoren, hoewel ze omnivoren of zelfs andere carnivoren kunnen eten, afhankelijk van het beschikbare voedsel. Kleine carnivoren kunnen spinnen, kikkers en vleermuizen zijn. Middelgrote carnivoren kunnen grotere vogels zijn, zoals adelaars en haviken, slangen en miereneters. Grote carnivoren variëren van wilde honden en wolven tot grote roofdieren zoals leeuwen, tijgers of krokodillen.
alleseters
Elk dier dat zowel planten als dieren kan eten, is een alleseter. Mensen zijn alleseters, met platte en scherpe tanden en de mogelijkheid om vlees, fruit en groenten te verteren voor voedsel. Beren zijn een ander voorbeeld van alleseters omdat ze zowel bessen als vlees eten. Middelgrote alleseters zijn dieren zoals wasberen, varkens en kippen.
Tanden
Vaak kunnen tanden een weggevertje zijn in welke categorie een dier past. Dit is niet altijd het geval, maar herbivoren hebben meestal plattere tanden voor het vermalen van vegetatie, terwijl carnivoren scherpe tanden hebben voor het verscheuren van vlees. Veel omnivoren hebben een combinatie van beide, waardoor ze gemakkelijker kunnen eten en verteren.