Barometrische druk, ook bekend als atmosferische druk, is een term die wordt gebruikt om de maat te beschrijven voor de hoeveelheid atmosferisch gewicht die op een bepaald punt op het aardoppervlak drukt. Barometrische druk ontleent zijn naam aan de barometer, een apparaat dat wordt gebruikt om de atmosferische druk in een gebied te meten. De hoeveelheid atmosfeer op een bepaald gebied verschilt afhankelijk van de hoogte van dat punt, zodat barometers worden gekalibreerd om metingen te tonen op basis van wat de barometrische druk voor dat punt zou zijn, als het op zeeniveau zou zijn.
Er zijn verschillende soorten weersverschijnselen die gepaard gaan met een daling van de luchtdruk. Een weersysteem dat resulteert in een lagere luchtdruk is een lage drukgoot, wat een lang gebied is met een lage luchtdruk. In een lage druk trog stijgt warme lucht op en koelt af naarmate het hoger in de atmosfeer komt. De achtergelaten ruimte naarmate de delen van een warme luchtmassa stijgen, wordt gevuld door extra warme lucht, die minder druk op de aarde uitoefent, wat resulteert in een lagere barometrische drukmeting. Wanneer een lage-drukgoot in een gebied komt of dieper wordt, wat duidt op lagere niveaus van barometrische druk in het midden, zal de atmosferische druk in dat gebied dalen als reactie op de warme luchtmassa's boven ons.
Naast lage drukgoten kan wind ook bijdragen aan een daling van de luchtdruk. Wanneer de wind vochtige lucht in een gebied blaast, zal de luchtdruk in dat gebied dalen als reactie op de verandering.Dit fenomeen wordt vochtadvectie genoemd en is het gevolg van het feit dat vochtige lucht een lagere dichtheid heeft dan droge lucht en resulteert in minder druk op het aardoppervlak. Warme lucht advectie is een soortgelijk fenomeen dat ook een lagere luchtdruk kan veroorzaken. Wanneer warme lucht, die minder dicht is dan koude lucht, door een wind in een gebied wordt geduwd, zal de luchtdruk in dat gebied dalen.