Inhoud
U kunt de hoogte van een gebouw bepalen zonder de grond te verlaten, gewoon door eenvoudige trigonometrische of geometrische analyse te gebruiken. Je kunt de schaduw van het gebouw gebruiken als de zon op een zonnige dag hoog staat, of je kunt een sextant gebruiken om de hoek naar de bovenkant van het gebouw te meten. De vorige benadering kan veel nauwkeuriger zijn, tenzij u toegang hebt tot de sextant van een zeer nauwkeurige, gemonteerde landmeter.
Wacht een dag wanneer de zon hoog genoeg is, zodat de bovenkant van het gebouw een schaduw helemaal naar de grond werpt (in tegenstelling tot het raken van het gebouw aan de andere kant van de straat).
Plaats een rechte stok (zoals een meterstok) verticaal in de grond. Als "P" het punt op de grond is waar de schaduw van de bovenkant van het gebouw landt, moet u de stok een beetje dichter bij het gebouw plaatsen dan dat punt P. De verticale stok moet zich meestal in de schaduw van het gebouw bevinden, waarbij de bovenkant van het gebouw op enige afstand een schaduw op de stok werpt.
Meet de afstand op de stok waar de schaduw van de bovenkant van het gebouw stopt (noem deze afstand "A"). Meet de afstand tussen de onderkant van de verticale stok en punt P, waar de schaduw van het gebouw op de grond eindigt (noem deze afstand "B"). Meet B in dezelfde eenheden als A. Meet de afstand van punt P tot de basis van het gebouw (noem deze afstand "C"). Een lasermeter kan u helpen deze afstand te meten, omdat het gebouw vrij ver van punt P kan zijn. Merk op dat de driehoek gemaakt door P, A en B vergelijkbaar is met de driehoek gemaakt door C, P en de bovenkant van het gebouw. Volgens de regel van vergelijkbare driehoeken is de verhouding van A tot B gelijk aan de verhouding van de hoogte van het gebouw tot C.
Zet maatregelen A en B in dezelfde eenheden, zodat hun eenheden worden geannuleerd bij deling. Deel A door B en vermenigvuldig met C. Dit is de hoogte van het gebouw, in de eenheden waarin je afstand C hebt gemeten.