Inhoud
Microscopen worden al duizenden jaren gebruikt om kleine voorwerpen te observeren. Het meest voorkomende type, de optische microscoop, vergroot deze objecten met lenzen die het licht buigen en focussen.
Functie
Wanneer een object door een vergrootglas wordt bekeken, wordt het licht naar het midden gebogen. Wanneer het gebogen licht het oog bereikt, lijkt het object groter dan het in werkelijkheid is. Dit werd voor het eerst opgemerkt in de oudheid met objecten bekeken door water en stukjes kristal.
Geschiedenis
Vroege wetenschappers gebruikten waterdruppels opgehangen aan kleine gaten in houten of metalen frames. In de Renaissance was het water vervangen door glazen lenzen. In de 17e eeuw maakte de Nederlandse wetenschapper Antonie van Leeuwenhoek de eerste waarnemingen van microscopische organismen met een hoogwaardige lens tussen koperen platen.
Samengestelde microscopen
In de 16e en 17e eeuw begonnen Europese wetenschappers verschillende lenzen samen te gebruiken om hun waarnemingen te verbeteren, waardoor de samengestelde microscoop ontstond. In een samengestelde microscoop wordt het beeld geproduceerd door de eerste lens verder vergroot door een tweede lens en dat beeld wordt vergroot door een derde.
Elektronen microscoop
In 1931 ontwikkelde de Duitse wetenschapper Ernst Ruska de eerste elektronenmicroscoop. Elektronenmicroscopen concentreren een straal elektronen door een magnetische lens. Aangezien elektronen kleinere golflengten hebben dan licht, is een grotere vergroting mogelijk, waardoor de submicroscopische en subatomaire wereld kan worden waargenomen.