Inhoud
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is het lood in alledaagse potloden helemaal niet lood, maar eerder een mengsel van grafiet en klei. Grafiet, koolstof en lood laten grijs-zwarte vlekken achter op papier, maar in 1795 ontwikkelde een Franse scheikundige een mengsel van klei, grafiet en water dat, na uitharding, ook een grijs-zwarte vlek op papier achterlaat. Dat proces wordt vandaag nog steeds gebruikt.
In 1821 werd een grafietafzetting ontdekt in New England en de potloodindustrie in Amerika groeide rond deze afzetting.
De hardheid van een potlood wordt bepaald door de verhouding van klei tot grafiet in een potlood.
Het proces
Maal klei en grafiet in een grote metalen trommel gevuld met stenen. Draai de trommel om het grafiet en de klei tot een fijn poeder te verpulveren.
Voeg water toe aan het mengsel en meng tot 72 uur. Wanneer het mengsel de juiste consistentie heeft, druk het water eruit en laat het resterende modderige mengsel drogen totdat het hard wordt.
Maal het geharde, modderige mengsel een tweede keer en voeg meer water toe om een kneedbare pasta te maken. Als het potlood niet donker genoeg is, voeg dan koolstof toe om het donkerder te maken.
Forceer de zachte pasta door een dunne metalen buis met een kleine opening om de vertrouwde ronde potloodstift te vinden die wordt gevonden in hout en mechanische potloden. Snijd de potloodstaven op de juiste lengte.
Verwarm de potlooddraden in een oven op 1.800 graden F tot ze glad en hard zijn. U kunt de draden in olie of was dompelen om een soepeler schrijfgereedschap te maken. Steek vervolgens het lood in potloden of verpak het voor gebruik in mechanische potloden.