Inhoud
- Wat is licht?
- Hoe licht zich vertaalt in afbeeldingen
- Hoe mirrors werken
- Lichte en vlakke spiegels
- Licht en bolle spiegels
- Concave spiegels
Er wordt vaak gezegd dat licht reflecteert op spiegels en andere gladde oppervlakken zoals het oppervlak van een meer. Om te begrijpen hoe dit werkt, moet je eerst begrijpen wat licht is. Dan kunt u gemakkelijk begrijpen waarom licht beter van spiegels lijkt te reflecteren dan andere oppervlakken.
Wat is licht?
Licht is gewoon een snel bewegende soort energie. We praten vaak over licht dat reflecteert op spiegels, maar in werkelijkheid reflecteert licht op alles. Kijk rond in de kamer waarin je zit. Misschien zie je stoelen, andere mensen, misschien wat schilderijen aan de muur. Licht reflecteert van al deze objecten. Wanneer het gereflecteerde licht je ogen bereikt, vertaalt je brein het in beelden die je herkent als de dingen om je heen.
Hoe licht zich vertaalt in afbeeldingen
Om te begrijpen hoe spiegels werken, moet u eerst begrijpen wat er gebeurt als licht een gewoon object raakt. Licht bestaat uit vele stralen of stralen energie. Gewoonlijk raken veel lichtstralen tegelijkertijd een object. Bij het raken van het object worden de lichtstralen in verschillende richtingen gereflecteerd. Wanneer de gereflecteerde stralen onze ogen raken, zien we het object waar ze vanaf reflecteren.
Hoe mirrors werken
Een spiegel is een oppervlak dat licht perfecter reflecteert dan gewone objecten. De meeste objecten reflecteren licht onder verschillende hoeken. Dit wordt nauwkeuriger breking genoemd, omdat de lichtstralen buigen wanneer ze het object raken en in verschillende richtingen verdwijnen. Dit stelt ons in staat om het object te zien waarvan ze zijn teruggekaatst.
Wanneer lichtstralen een spiegel raken, worden ze echter perfect gereflecteerd. De gereflecteerde stralen ontmoeten elkaar daarom op een punt. Dit fenomeen, dat convergentie wordt genoemd, zorgt ervoor dat we gereflecteerde beelden zien wanneer de lichtstralen onze ogen raken.
Lichte en vlakke spiegels
Wanneer licht een vlakke spiegel raakt, wordt dit gereflecteerd naar onze ogen. Het wordt ook weerspiegeld in de rest van ons lichaam. Het stuitert niet perfect van onze hoofden, ogen of andere lichaamsdelen die naar de spiegel zijn gericht. De stralen die uit ons lichaam worden gebroken, raken de spiegel onder verschillende hoeken en worden perfect teruggekaatst. Dit fenomeen zorgt ervoor dat spiegelbeelden achter onze ogen verschijnen.
Licht en bolle spiegels
Een bolle spiegel is naar buiten gebogen. De fronten van de meeste lenzen van lenzenvloeistof zijn convex.
Bolle spiegels reflecteren het licht naar achteren tot op een punt achter de spiegel. Als gevolg hiervan is het beeld dat u in de spiegel ziet kleiner dan het object en lijkt het verder weg dan het is.
Concave spiegels
Holle spiegels zijn naar binnen gebogen. De achterkant van de meeste lenzen van lenzenvloeistof is concaaf. Dit zorgt voor een grotere correctie van zichtproblemen.
Holle spiegels trekken licht in hun midden. Wanneer het licht wordt gereflecteerd, levert dit een afbeelding op die groter is dan het werkelijke object.