Inhoud
Chemicaliën kunnen worden geclassificeerd als persistente en niet-persistente chemicaliën. Chemicaliën worden door menselijk handelen in het milieu gebracht. Een chemische stof kan bijvoorbeeld in het milieu worden geïntroduceerd door het gebruik van pesticiden. Sommige van deze chemicaliën blijven lang in het milieu, terwijl sommige voor een kortere periode blijven hangen.
Persistente chemicaliën
Persistente chemicaliën zijn die chemicaliën die de neiging hebben jaren in het milieu te blijven bestaan nadat ze erin zijn vrijgegeven. Het duurt langer om ze uit de omgeving te verwijderen nadat ze zijn gebruikt. Als bijvoorbeeld pesticiden met persistente chemicaliën zijn gesproeid, is het moeilijk om de chemicaliën uit het milieu te krijgen, zelfs nadat ze hun doel hebben gediend. Voorbeelden van persistente chemicaliën zijn gechloreerde koolwaterstoffen zoals aldrin en lindaan.
Niet-persistente chemicaliën
Niet-persistente chemicaliën zijn die chemicaliën die slechts een korte periode blijven hangen na hun vrijgave in het milieu. Deze categorie chemicaliën omvat organofosfaten zoals guthion en malathion. Ook vallen gechloreerde koolwaterstoffen zoals endosulfan in deze categorie.
Levensduur
De halfwaardetijd van een chemische stof is de tijd die nodig is om de helft van het materiaal af te breken en te degenereren. In het geval van persistente chemicaliën kan hun halfwaardetijd variëren van ergens tussen maanden en decennia. In het geval van niet-persistente chemicaliën zijn hun halfwaardetijden zo kort als uren en kunnen hoogstens weken aanlopen.
Giftige effecten
Niet-persistente chemicaliën hebben meestal een directere toxische werking dan persistente chemicaliën.Niet-persistente chemicaliën hebben de neiging om mensen binnen een paar uur na contact te beïnvloeden en vergiftiging te veroorzaken. Zodra ze degenereren, vormen ze niet langer een giftige bedreiging. Persistente chemicaliën hebben daarentegen de neiging om hun gevaarlijke effecten op de lange termijn te onthullen. Mensen die worden blootgesteld aan persistente chemicaliën kunnen kanker en leveraandoeningen ontwikkelen. Omdat persistente chemicaliën in het milieu blijven hangen, hebben ze de neiging sommige dieren meer te beïnvloeden dan andere. Er is bijvoorbeeld enige bezorgdheid dat blootstelling aan persistente chemicaliën de reproductieve eigenschappen van wezens zoals de slechtvalk en de zeehond zou kunnen beschadigen.