Inhoud
Infrarood (IR) spectroscopie biedt een snelle instrumentele techniek voor het identificeren van de belangrijkste structurele elementen van organische (d.w.z. op koolstof gebaseerde) verbindingen. IR-instrumenten meten de frequenties waarbij verschillende bindingen in een verbinding straling absorberen in het IR-gebied van het elektromagnetische spectrum. Volgens afspraak noemen chemici deze frequenties in eenheden van reciproke centimeters (1 / cm), of 'golfgetallen'. De absorptiefrequenties van specifieke bindingen zijn meestal onderscheidend. Een O-H-binding vertoont bijvoorbeeld een brede absorptie rond 3400 1 / cm. Na het verkrijgen van het spectrum voor een bepaalde verbinding, gebruiken chemici IR-spectroscopie correlatietabellen om de soorten bindingen te identificeren die in de verbinding voorkomen. Methyl m-nitrobenzoaat omvat een nitrogroep, of -N02, en een methylestergroep, of C (= O) -O-CH3, bevestigd aan een benzeenring.
Stap 1:
Identificeer de absorptiepiek van de C = O-groep van de ester door zijn sterke absorptie tussen 1735 en 1750 1 / cm. Dit zou de sterkste piek in het spectrum moeten zijn.
Stap 2:
Zoek de C-C (= O) -C stretch tussen 1160 en 1210 1 / cm.
Stap 3:
Identificeer de twee -NO2-stukken in het bereik van 1490-1550 en 1315-1355 1 / cm.
Stap 4:
Lokaliseer de twee C = C aromatische stukken op ongeveer 1600 en 1475 1 / cm.
Stap 5:
Identificeer het C-H-stuk van de -CH3-groep tussen 2800 en 2950 1 / cm. A -CH3 bochtabsorptie zou ook moeten optreden nabij 1375 1 / cm.
Stap 6:
Identificeer de C-H-bochten geassocieerd met de benzeenring. Lokaliseer de ortho C-H op 735 tot 770 1 / cm. Lokaliseer de meta C-H bij 880 1 / cm en tussen 690 en 780 1 / cm. De para C-H moet tussen 800 en 850 1 / cm liggen.