Een rechte grafiek geeft visueel een wiskundige functie weer. De x- en y-coördinaten van de grafiekpunten vertegenwoordigen twee sets grootheden en de grafiek plot de relatie tussen de twee. De vergelijking van de lijn is de algebraïsche functie die de y-waarden afleidt van de x-coördinaten. De twee factoren die deze vergelijking definiëren, zijn de lijngradiënt, die de helling is, en de y-intercept, die de ys-waarde is als x 0 is.
Identificeer de coördinaten van het snijpunt tussen de grafiek en de y-as. Stel je voor dit voorbeeld een kruising voor op het punt (0, 8).
Identificeer een ander punt in de grafiek. Stel je voor dit voorbeeld voor dat een ander punt in de grafiek de coördinaten (3, 2) heeft.
Trek de eerste punten y-coördinaat af van de seconden - 8 - 2 = 6.
Trek de eerste punten x-coördinaat af van de seconden - 0 - 3 = -3.
Deel het verschil in y-coördinaten door het verschil in x-coördinaten - 6 ÷ -3 = -2. Dit is het lijnenverloop.
Voeg het lijnverloop en de y-coördinaat uit stap 1 in als "m" en "c" in de vergelijking "y = mx + c." In dit voorbeeld geeft dat - y = -2x + 8. Dat is de vergelijking van de grafiek.