Inhoud
Dichtheid, het gewicht van een object gedeeld door zijn volume, is een eigenschap van alle materie, inclusief vaste stoffen, vloeistoffen en gassen. De waarde van de dichtheid van een object hangt af van waar het van gemaakt is, evenals de temperatuur; loodgewichten zijn bijvoorbeeld dichter dan veren en koude lucht is dichter dan hete lucht. Omdat wetenschappers het zo vaak gebruiken, heeft dichtheid zijn eigen wiskundige symbool, de Griekse letter rho, die lijkt op een kleine letter p.
Intrinsieke eigendom
Dichtheid is een intrinsieke eigenschap van elke stof, wat betekent dat de dichtheid van alle ijzeren objecten hetzelfde is, ongeacht hoe groot ze zijn of welke vormen ze aannemen. Dit maakt het mogelijk om een onbekend materiaal te identificeren door de dichtheid ervan te bepalen en het vervolgens te vergelijken met een lijst van bekende stoffen en hun dichtheden.
Eureka-moment
De Griekse filosoof Archimedes kreeg de moeilijke taak om erachter te komen of de goudsmid van koning Hiero goud stal en het door een goedkoper metaal in een waardevol object verving. Archimedes realiseerde zich, terwijl hij een bad nam, dat hij het volume van het verdachte object kon bepalen door de hoeveelheid water die het verplaatste. Vervolgens, door het gewicht te delen door het volume en vervolgens de resulterende dichtheid te vergelijken met die van goud, kon hij bepalen of het object goud was of een goedkoper alternatief. Volgens de legende, de gedachte zo opgewonden Archimedes dat hij door de stad rende en schreeuwde "Eureka !," een Grieks woord dat betekent "Ik heb het gevonden."
Veranderingen in dichtheid
Veranderen van de druk of temperatuur van een object zal in het algemeen zijn dichtheid veranderen. Naarmate de temperatuur daalt, vertraagt de beweging van de moleculen in een stof; als ze vertragen, hebben ze minder ruimte nodig, waardoor de dichtheid toeneemt. Omgekeerd resulteert een toename van de temperatuur meestal in een afname van de dichtheid. Er zijn uitzonderingen op de temperatuurregel: Water zet bijvoorbeeld iets uit als het vriest, dus ijs is minder dicht dan vloeibaar water. IJs drijft op water omdat de dichtheid van ijs lager is.
Drijvend en zinkend
Relatieve dichtheid bepaalt of een object in een vloeistof zal drijven; een boomtak drijft bijvoorbeeld op een rivier als het hout minder dicht is dan water. Aan de andere kant zinkt een ijzeren kanonskogel in water omdat de dichtheid groter is dan water. Houd er rekening mee dat de volledige dichtheid van een object een belangrijke rol speelt bij het drijven en zinken. Een ijzeren schip drijft bijvoorbeeld in een oceaan omdat, hoewel ijzer dichter is dan water, het grootste deel van het binnenste van het schip gevuld is met lucht, waardoor de dichtheid van het schip in het algemeen afneemt. Als het schip een massief blok ijzer zou zijn, zou het als een steen zinken.
Functie
Dichtheidsmetingen worden gebruikt wanneer gewicht en gewichtsverdeling belangrijk zijn. Dit kan de constructie van schepen, gebouwen, vliegtuigen en andere vervoerswijzen omvatten. Dichtheidsmetingen zijn ook nuttig om te bepalen hoeveel kracht nodig is om een vloeistof door leidingen of buizen te verplaatsen.