Inhoud
Batterijen gebruiken een stof die elektrolyt wordt genoemd tussen hun positieve en negatieve polen. De twee polen van de batterij worden de anode en kathode genoemd. De elektrolyt in een batterij is een stof die chemische reacties bij de anode en de kathode veroorzaakt. De exacte samenstelling van de elektrolyt hangt af van de samenstelling van de terminals. Sommige batterijen hebben verschillende elektrolyten voor elke terminal.
Wat gebeurt er in een batterij?
Batterijen werken op basis van oxidatie- en reductiereacties - kortweg redoxreacties - waarbij elektronen worden overgedragen tussen atomen: oxidatie houdt het verlies van elektronen in en reductie houdt de winst van elektronen in. In een batterij krijgt de kathode elektronen terwijl de anode elektronen verliest. De elektrolyt laat ionen tussen terminals bewegen, terwijl elektronen door een externe draad reizen. In dit proces zet een batterij de energie van zijn chemische reacties om in elektrische energie.