Een grafiek is een diagram dat is bedoeld om gegevens weer te geven en een relatie weer te geven. Het analyseren van grafieken is nuttig voor het bepalen van de algemene trend, het relateren van de resultaten van een experiment aan de hypothese en voor het formuleren van hypothesen voor toekomstige experimenten. Bij het analyseren van grafieken is het belangrijk om te bepalen wat de grafiek weergeeft en waarom dergelijke informatie relevant is voor het experiment of voor de inhoud van de vraag. Meer dan één type grafiek kan worden gebruikt om een enkele set gegevens weer te geven.
Maak onderscheid tussen de verschillende soorten grafieken. De belangrijkste soorten grafieken zijn fotografieken, staafdiagrammen, lijngrafieken en spreidingsplots. Een afbeeldingengrafiek gebruikt afbeeldingen om waarden weer te geven. Staafdiagrammen gebruiken verticale of horizontale staven om de waarden weer te geven. Lijngrafieken gebruiken lijnen om de waarden weer te geven. Spreidingsplots vertegenwoordigen de gegevens met punten, en vervolgens wordt een best passende lijn door sommige punten getrokken.
Lees de titel en assen van de grafieken om te bepalen welk type gegevens wordt weergegeven. De x-as is de onafhankelijke variabele, of die kan worden gewijzigd. De y-as is de afhankelijke variabele, of die afhankelijk is van de onafhankelijke variabele. Bijvoorbeeld, op een grafiek van de hoogte van rozenplanten gedurende een periode van zes weken, zou de x-as de weken hebben, terwijl de y-as de hoogte zou hebben.
Bepaal de algemene trend van de grafiek. Zoek in een grafiek met afbeeldingen de lijn met het grootste aantal afbeeldingen. Zoek voor een staafdiagram naar de hoogste staaf. Kijk voor een lijngrafiek en een spreidingsplot naar de helling van de lijn. Als de lijn naar de rechterbovenhoek wijst, is de helling positief. Als de lijn naar de rechteronderhoek wijst, is de helling negatief.
Zoek naar gegevenspunten die niet lijken te passen in de algemene trend. Niet alle gegevenssets vertonen een perfecte trend. Onderzoek dergelijke punten en noteer ze. Als er één balk, punt of deel van de lijn is die niet op zijn plaats zit, is dit mogelijk niet significant genoeg om de hele conclusie te beïnvloeden.
Gebruik de grafiek om voorspellingen te doen over toekomstige gegevenssets. Als de planten bijvoorbeeld voor elk van de zes weken met 2 centimeter in hoogte toenemen, dan zou u deze trend in de voorspelling voortzetten. Als de plant in week zes 12 centimeter is, zou een voorspelling in week zeven 14 centimeter zijn.