Inhoud
Chromatografische technieken worden uitgevoerd in wetenschappelijke laboratoria om chemische verbindingen te scheiden van een onbekend monster. Het monster wordt opgelost in een oplosmiddel en stroomt door een kolom, waarin het wordt gescheiden door de verbinding van de verbinding tegen het materiaal van de kolom. Deze polaire en niet-polaire aantrekkingskracht op het kolommateriaal is de actieve kracht die ervoor zorgt dat de verbindingen na verloop van tijd scheiden. De twee soorten chromatografie die tegenwoordig worden gebruikt, zijn gaschromatografie (GC) en hogedrukvloeistofchromatografie (HPLC).
Mobiele carrier-fase
Gaschromatografie verdampt het monster en het wordt langs het systeem gedragen door een inert gas zoals helium. Het gebruik van waterstof produceert een betere scheiding en efficiëntie, maar veel laboratoria verbieden het gebruik van dit gas vanwege de ontvlambare aard ervan. Bij gebruik van vloeistofchromatografie blijft het monster in zijn vloeibare toestand en wordt het onder hoge druk door de kolom geduwd door verschillende oplosmiddelen zoals water, methanol of acetonitril. Verschillende concentraties van elk oplosmiddel zullen de chromatografie van elke verbinding anders beïnvloeden. Als het monster in vloeibare toestand blijft, neemt de stabiliteit van de verbinding toe.
Kolomtypen
Gaschromatografiekolommen hebben een zeer kleine interne diameter en hun lengte kan variëren van 10 tot 45 meter. Deze kolommen op silicabasis zijn opgerold langs een cirkelvormig metalen frame en verwarmd tot een temperatuur van 250 graden Fahrenheit. Kolommen voor vloeistofchromatografie zijn ook op siliciumdioxide gebaseerd, maar hebben een dikke metalen behuizing om grote hoeveelheden interne druk te weerstaan. Deze kolommen werken bij kamertemperatuur en variëren van 50 tot 250 centimeter lang.
Samengestelde stabiliteit
Bij gaschromatografie wordt het monster dat in het systeem is geïnjecteerd verdampt bij ongeveer 400 graden Fahrenheit voordat het door de kolom wordt gevoerd. De verbinding moet dus bestand zijn tegen hitte bij hoge temperaturen zonder af te breken of af te breken tot een ander molecuul. Met vloeistofchromatografische systemen kan de wetenschapper grotere en minder stabiele verbindingen analyseren omdat het monster niet wordt blootgesteld aan hitte.