Inhoud
Er bestaan veel soorten schapen. Ze zijn te vinden in bijna alle klimaten en omgevingen, van de besneeuwde bergen tot dorre woestijnen. Een dergelijk bestaan vereiste dat de schapen zich in de loop van de tijd moesten aanpassen om te overleven. De schapen van vandaag vertonen een veelheid aan kleuren, haartypes en zelfs interne aanpassingen die u niet kunt zien.
Aanpassingsbronnen
Schapen bestaan al meer dan 10.000 jaar. In die tijd hebben deze dieren hun weg gevonden over continenten en oceanen met het menselijk ras. Bij hun verhuizing hebben hun lichamen zich aangepast om de soort in stand te houden. Tegenwoordig zijn er meer dan 1.000 schapenrassen over de hele wereld. Veertig rassen leven hier in de VS, volgens de website van Sheep 101.
Fysieke eigenschappen
De aanpassingen zijn intern en extern, verschillend met het schapenras en zijn locaties. Aanpassingen variëren van de witte wolkleur van het Dall-schaap, om het dier dat in de besneeuwde bergen van Alaska leeft te camoufleren, tot het urine-concentratiesysteem van de nier van de Merino-schapen, om water te besparen in de dorre Noord-Afrikaanse woestijn van dit ras.
Wolaanpassingen
De beste wol wordt gevonden op schapen die in woestijngebieden van de wereld leven, inclusief de VS Schapen met de langste wol worden gevonden in de koude klimaten die veel regen krijgen, zoals Groot-Brittannië. De grofste wol wordt gevonden onder schapen die zijn aangepast aan extreme koude en winderige omstandigheden. De aanpassingen zijn zo diep onder schapenrassen dat je de oorsprong van het dier kunt onderscheiden van de wol op zijn lichaam. Schapen met langere wol worden vaak geschoren door hun menselijke houders voor kleding.
Domesticatie-effecten
Zowel mannelijke als vrouwelijke schapen die in het wild leven, zouden hoorns laten groeien om zichzelf en de lammeren tegen roofdieren te beschermen. Gedomesticeerde schapen vertonen in de loop van de tijd steeds minder hoorns. Vanwege de domesticatie hebben schapen tegenwoordig kleinere hersenen, omdat ze in het wild niet voor zichzelf hoeven te zorgen. Ook in domesticatie hoefden de schapen zich niet langer te camoufleren voor bescherming. Schapen met andere wollen kleuren dan bruin mochten overleven tot de fokleeftijd. Tegenwoordig zijn er witte, zwarte, grijze en gemengde kleuren in gedomesticeerde schapen.